Hoe stel je doelen?

Bij aanvang van het academiejaar kijk je naar de leerresultaten van de pedagogisch coach en stel je jezelf de vraag: op basis van mijn voorbije ervaringen, waar sta ik op dit moment als het de leerresultaten (vaardigheden, kennis en attitudes) betreft? Kijk in de spiegel en probeer de pedagogisch coach die jij in het hier-en-nu bent te omschrijven. Waar sta ik op dit moment? En waarin moet ik nog groeien?

In principe vormt dít je leervraag. Je bent nog niet voldoende competent en denkt na over hoe je deze competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) kunt ontwikkelen? Alle leerresultaten werden verder geconcretiseerd in gedragsindicatoren. Formuleer nu, kijkend naar deze indicatoren, hoe je verder aan de verschillende leerresultaten wilt werken en vertaal dit naar een persoonlijke focus per leerresultaat. Om het concreter te maken kan je persoonlijke doelen opstellen of leervragen formuleren. Kies de formule die het best bij je past.

Hoe stel je zo'n doelstelling op?

Stap 1: bekijk de lijst met leerresultaten en de daarbij horende gedragsindicatoren. Situeer jezelf via een score of een omschrijving op de gedragsindicatoren en geef aan waarom je jezelf die score geeft.

Stap 2: op welke gedragsindicatoren moet je nog groeien?

Stap 3: beschrijf voor de gedragsindicatoren een SMART doelstelling die kan bijdragen aan jouw groei. Denk na over het belang van de doelstelling, de formulering, de kansen die je krijgt om eraan te werken… Omschrijf een leerdoel als resultaat van een leerproces, dus als een leereffect. Begin iedere formulering met een werkwoord dat een waarneembaar gedrag aanduidt. Werkwoorden of werkwoordelijke omschrijvingen die een waarneembaar gedrag aanduiden, zijn bijvoorbeeld: aanwijzen, beschrijven, berekenen, citeren, definiëren, de verschillen aangeven tussen, een onderscheid maken tussen, een verklaring geven van, een voorbeeld geven van, noemen, noteren, opsommen, opstellen.

Probeer je doelstelling tweeledig op te geven:

1. Je doel: Je formuleert volgens de SMART-letters in 1 (max. 2) zin(nen) de doelstelling.

2. Op het einde van de stage blijkt uit feedback van de stagementor dat ik over vergadertechnieken doorvragen en samenvatten beschik.
3. Daaronder formuleer je hoe je aan de doelstelling gaat werken (optioneel).
4. Hiervoor plan ik (in aanwezigheid van mijn mentor) minstens 3 vergaderingen waar ik deze vaardigheden oefen. Na iedere vergadering vraag ik feedback aan mijn mentor en geef ik aan hoe ik hiermee mijn volgende ervaring verbeter.

Stap 4: vraag feedback aan je POP- en Peer-coach

Stap5: herschrijf de doelstelling op basis van de feedback

Soorten doelstellingen:

Men kan verschillende soorten doelen onderscheiden:

1. Doelen die betrekking hebben op het beroepsmatig functioneren, zoals het aanleren en toepassen van

praktische vaardigheden die nodig zijn om de handelingen te kunnen verrichten die het beroep vereist.

1. Doelen die betrekking hebben op het persoonlijk functioneren, zoals het ontwikkelen en vormen van

de eigen persoonlijkheid door het beroepsmatig contact met anderen.

1. Doelen die betrekking hebben op het functioneren binnen de organisatie, zoals het deelnemen aan het teamgebeuren

Hoe stel ik een leervraag op?

Hoe kom je tot een doelstelling of een leervraag?

Stap 1: bekijk de lijst met leerresultaten en de daarbij horende gedragsindicatoren. Situeer jezelf bv. via een score op 10 of een omschrijving op de gedragsindicatoren en geef aan waarom je jezelf hier situeert.

Stap 2: op welke gedragsindicatoren moet je nog groeien?

Stap 3: beschrijf voor de gedragsindicatoren een leervraag die kan bijdragen aan jouw groei. Denk na over het belang van de leervraag, de formulering, de kansen die je krijgt om eraan te werken…

Volgende vragen kunnen je helpen:

• Wat wil je graag ontwikkelen / leren (op korte of lange termijn)?
• Wanneer ben je tevreden over je ontwikkeling? (welk gedrag is zichtbaar)
• Wanneer je tevreden bent over je handelen, welke effecten heeft dit dan voor jou?
• Welke effecten verwacht je in de omgeving?
• Welk ideaal of welke behoefte spreekt dit bij jou aan?
• Wat weet je al en wat wil je nog te weten komen in functie van jouw leerwens?
• Welke vaardigheden heb je nodig?
• Welke kernkwaliteiten spreken deze vaardigheden aan?
• Welke waarden liggen voor jou aan de basis van deze leerwens?
• Aan welk leerresultaat kan je jouw ontwikkeling koppelen?

Omschrijf een leerdoel als resultaat van een leerproces, dus als een leereffect. Begin iedere formulering met een werkwoord dat een waarneembaar gedrag aanduidt. Werkwoorden of werkwoordelijke omschrijvingen die een waarneembaar gedrag aanduiden, zijn bijvoorbeeld: aanwijzen, beschrijven, berekenen, citeren, definiëren, de verschillen aangeven tussen, een onderscheid maken tussen, een verklaring geven van, een voorbeeld geven van, noemen, noteren, opsommen, opstellen. Voorkom het gebruik van willen, zullen, proberen…

Stap 4: ga in gesprek met je POP- en Peer-coach (eerste gesprek POP-coach)

Stap5: verdiep en concretiseer op basis van het gesprek